Historie
Ameland wordt in de achtste eeuw voor het eerst genoemd. In kloostergeschriften uit de achtste eeuw (de Traditiones Fuldenses) is sprake van een eiland: "Insula que dictur Ambla" (het eiland Ambla geheten).
Bewoners
De eerste bewoners van het eiland waren Nomaden die zich bezig hielden met het houden van vee, jagen, vissen en met het verzamelen van bessen en kruiden. Er wordt vermoed dat zij zich rond 750 na Chr. op het eiland hadden gevestigd. Vanaf de Middeleeuwen ontstonden op de hoogzandgronden achter de duinen kleine nederzettingen, beschermd tegen stormvloeden. Zo zijn er fundamenten gevonden onder de Nederlands Hervormde Kerk in Hollum uit 1100 na Chr. Ameland was in die tijd onafhankelijk, maar altijd een bron van ruzies tussen de regeerders onderling en met de Amelanders. In 1424 begon Ritske Jelmera van Cammingha zich voor te doen als vertegenwoordiger van de Amelanders. Later werd dit omgedoopt in de titel Heer van Ameland. De familie wist Ameland onder hun bewind te houden totdat in 1681 de mannelijke lijn uitstierf. Het eiland werd overgedragen aan een aangetrouwde tak van de familie: Thoe Schwartsenberg en Hohenlandsberg. Ook deze tak stierf uit in 1704 en het eiland werd voor ruim 77.000 euro verkocht aan de erfstadhouder van Friesland; Johan Willem Friso Prins van Oranje. Echter zij hebben niet lang van de aankoop kunnen genieten, want in 1810 raakten de Oranjes het eiland kwijt tijdens de Franse revolutie. Het eiland kwam daarna in handen van Friesland en dit is tot op heden zo gebleven.
Walvisvaart
Nadat mensen zich permanent gingen vestigen, ontstonden kleine boerenbedrijfjes die een belangrijk middel van bestaan werden. Voorzieningen voor eerste levensonderhoud kwamen tot stand. Bewoners hadden wat vee en leefden van het verbouwen van gewassen en de visvangst. Dit werden Marktgenootschappen genoemd: sociale eenheden met bestuur en regels. In de 17de en 18de eeuw diende zich echter een nieuwe bron van inkomsten aan: de walvisvaart. Tussen maart en mei begonnen grote zeilschepen aan hun tocht naar Spitsbergen. Daar begon men aan de jacht en zodra er een walvis gespot was, gingen de dapperste mannen in een roeibootje ernaar toe. De walvis werd door de sterkste man met een harpoen doorboord en na een lange uitputtingsslag naar het vaste land getrokken. Daar werden de bruikbare onderdelen (spek en traan) van de walvis afgesneden en klaar gemaakt voor de terugreis. Deze zware tocht was zeer gevaarlijk en liep daarom ook niet altijd goed af. Het beroemdste verhaal is die van walvisvaarder Hidde de Kat. Hij trok er in 1777 op uit naar Groenland waar zijn schip kwam vast te zitten in het Noordpoolijs. De bemanning moest noodgedwongen op een ijsschots bivakkeren. Vele bemanningsleden die hetzelfde was overkomen moesten dit met hun leven bekopen. Maar Hidde de Kat besloot, toen hun voedselvoorraden op waren, te voet verder te gaan. De tocht duurde dagen en van de 51 bemanningsleden waren er nog 18 over toen zij Groenland bereikten. Daar aangekomen brachten de overgebleven mannen en Hidde de winter door bij eskimo’s, om anderhalf jaar na vertrekdatum weer terug te keren op Ameland. Deze desastreuze gebeurtenis betekende het eind van de walvisvaart voor Ameland. De inwoners hebben zich toen gericht op de landbouw voor eigen gebruik, visserij en veehouderij. Momenteel is vooral deze laatste sector goed vertegenwoordigd op het eiland met 110 rundveebedrijven en 70.000 schapen.
Het wapen van Ameland
Deze werd ingevoerd als heerlijkheidswapen aan het eind van de 16de eeuw. Het wapen is verticaal in tweeën gesplitst; de linkerhelft heeft een gouden basis waarover schuin 3 zwarte balken lopen van linksboven naar rechtsonder. De rechterhelft is azuurblauw met een wassende zilveren maan. De oorsprong van het wapen is niet geheel duidelijk. Volgens een volksverhaal zouden de schuine zwarte strepen balken voorstellen, die Amelanders op Terschelling geroofd hadden om er een galg van te maken. Een bekend rijmpje verteld dit verhaal:‘De Amelander schalken, stalen 3 balken, des ’s avonds in de maneschijn, daarom zal dit hun wapen zijn’.
Meer informatie: www.amelanderhistorie.nl